Difference between revisions of "De kern van de doorsnede"

From BK Wiki
Jump to: navigation, search
Line 8: Line 8:
  
 
In  de situatie van figuur 3 is de buigtrekspanning  [[File:plaatje9.jpg|50px]]gelijk aan de spanning  [[File:formule1.jpg|50px]] .
 
In  de situatie van figuur 3 is de buigtrekspanning  [[File:plaatje9.jpg|50px]]gelijk aan de spanning  [[File:formule1.jpg|50px]] .
Als het moment M gelijk is aan [[File:plaatje10.jpg|40px]] dan geldt voor de excentriciteit e dat [[File:plaatje11.jpg|50px]].
+
Als het moment M gelijk is aan [[File:plaatje10.jpg|40px]] dan geldt voor de excentriciteit e dat [[File:plaatje11.jpg|50px]].<br>
 
Bij  een rechthoekige doorsnede met hoogte h en breedte b  geldt:[[File:plaatje12.jpg|50px]] en [[File:plaatje13.jpg|70px]]en  daaruit volgt dat [[File:plaatje14.jpg|50px]].
 
Bij  een rechthoekige doorsnede met hoogte h en breedte b  geldt:[[File:plaatje12.jpg|50px]] en [[File:plaatje13.jpg|70px]]en  daaruit volgt dat [[File:plaatje14.jpg|50px]].
 
[[File:plaatje15.jpg|left|150px]]
 
[[File:plaatje15.jpg|left|150px]]
De  conclusie hieruit is dat als de excentriciteit van een drukkracht op  een rechthoekige doorsnede niet groter wordt  dan[[File:plaatje14.jpg|50px]] er overal in de doorsnede drukspanningen  heersen. Dit geldt ook voor excentriciteit in de breedte van de  doorsnede. Zo ontstaat een ruitvormig gebied in de doorsnede met  afmetingen 1/3 h en 1/3 b (zie figuur 5), waarbinnen de drukkracht moet  blijven om geen trekspanningen te veroorzaken.
+
De  conclusie hieruit is dat als de excentriciteit van een drukkracht op  een rechthoekige doorsnede niet groter wordt  dan[[File:plaatje14.jpg|50px]] er overal in de doorsnede drukspanningen  heersen. <br>Dit geldt ook als de kracht over de breedte van de  doorsnede verplaatst. <br><br>
 +
Zo ontstaat een ruitvormig gebied in de doorsnede met  afmetingen 1/3 h en 1/3 b <br>(zie figuur 5), waarbinnen de drukkracht moet  blijven om geen trekspanningen te veroorzaken.

Revision as of 13:12, 20 February 2012

Plaatje6.jpg

Een centrisch geplaatste kracht veroorzaakt een gelijkmatig verdeelde spanning (figuur 1).
Als de kracht een kleine excentriciteit krijgt, komt er buigspanning bij, die een variërende spanning veroorzaakt. (figuur 2).
Als de excentriciteit groter word, komt de situatie dat aan de linkerkant de spanning nul wordt. (figuur 3). Dan is de buigtrekspanning gelijk aan de drukspanning door de normaalkracht.
Bij nog grotere excentriciteit treedt aan de linkerkant trekspanning op. (figuur 4)
De variatie van de spanningen kan worden bekeken met deze animatie , de kracht kan met de muis worden verplaatst.

In de situatie van figuur 3 is de buigtrekspanning Plaatje9.jpggelijk aan de spanning Formule1.jpg . Als het moment M gelijk is aan Plaatje10.jpg dan geldt voor de excentriciteit e dat Plaatje11.jpg.
Bij een rechthoekige doorsnede met hoogte h en breedte b geldt:Plaatje12.jpg en Plaatje13.jpgen daaruit volgt dat Plaatje14.jpg.

Plaatje15.jpg

De conclusie hieruit is dat als de excentriciteit van een drukkracht op een rechthoekige doorsnede niet groter wordt danPlaatje14.jpg er overal in de doorsnede drukspanningen heersen.
Dit geldt ook als de kracht over de breedte van de doorsnede verplaatst.

Zo ontstaat een ruitvormig gebied in de doorsnede met afmetingen 1/3 h en 1/3 b
(zie figuur 5), waarbinnen de drukkracht moet blijven om geen trekspanningen te veroorzaken.