Difference between revisions of "File:Medewerkers"

From BK Wiki
Jump to: navigation, search
(Langskracht)
 
(76 intermediate revisions by one user not shown)
Line 1: Line 1:
==Kubusperspectief in het ontwerp==
+
=Afschuiving=
Wie in staat is om uit het hoofd een perspectivisch correcte kubus vanuit verschillende standpunten te tekenen heeft een basis voor een volume van elke gewenste maatverhouding.
+
Van de kracht afschuiving zijn er twee hoofdtypes die eigenlijk familie zijn maar zich in twee onderlinge loodrechte valken in de balk manifesteren. Het eerste vlak is loodrecht op de balkas en de bijbehorende afschuifkracht noemen we de dwarskracht. Het tweede vlak is evenwijdig aan de balkas en de hierbij horende afschuifkracht noemen we langskracht.  
===Enkele basiskubussen===
+
[[Image:afschuiving_1.jpg|left|360px]]
Uitgaande van een vluchtpuntsafstand van minimaal 5x beeldbreedte zijn drie herkenbare basistypen eenvoudig te construeren. Ze kunnen zonder veel constructies uit het hoofd kunnen worden getekend, als de horizonhoogte gekozen is, zodat één vluchtpunt op het oog kan worden gelocaliseerd. Omdat de verticalen evenwijdig worden getekend maakt de horizon deel uit van het beeld, en bepaalt dus een relatief groot beeldformaat de afstand tussen de vluchtpunten (zie pagina 17).
+
[[Image:afschuiving_2.jpg|right|300px]]
*Bij een overhoekse kubus liggen de voorste en achterste verticaal in elkaars verlengde. De vluchtpunten links en rechts liggen even ver weg (elk op minimaal 2x beeldformaat afstand) en de afbeelding is symmetrisch qua hoekverdraaiingen en verkortingen. Uit het hoofd tekenend kan worden gestart met het diagonale vlak. Verhoudingen]: 1,5 bijna (diagonaal = v'2=ruim 1,4); toe te passen hoeken volgen uit de (globale) locatie van één vluchtpunt op minimaal 2 beeldbreedte's afstand.  
+
 
*In driekwart-positie zien we het voor- en achter-vlak bijna frontaal. Ze zijn dus bijna vierkant. Doordat één vluchtpunt dichtbij ligt, is het betreffende zijvlak verkort tot vrijwel een derde van zijn feitelijke lengte. De verkorte ribben convergeren sterk naar een vluchtpunt op ruim 1 beeldformaat afstand. Het andere vluchtpunt ligt ver weg, zodat de andere horizontalen bijna evenwijdig kunnen worden getekend.
+
==Dwarskracht==
*Recht van voren, frontaal gezien, zijn het voorste en achterste vierkant onvervormd. Er is een sterke convergentie naar één centraal vluchtpunt zodat de overige vlakken extreem zijn verkort. Door het vluchtpunt van een diagonaal in het grondvlak ruim 2 beeldformaten verderop uit te zetten op de horizon, kan de diepte worden bepaald. Bij deze vluchtpunts-afstand blijkt het achterste vierkant minimaal 3/4x het formaat van het voorste vierkant te hebben.
+
[[Image:afschuiving_3.jpg|right|250px]]
Beoordeel en verbeter achteraf de verhoudingen. Controleer of alle v lakken perspectivisch vierkant kunnen zijn. Bedenk waar de horizon en de vluchtpunten zouden liggen. Bedenk ook of een knikker op het bovenvlak stil zou blijven liggen.
+
Het eerste type afschuiving is de afschuiving ten gevolge van de dwarskracht. Naast een buigend moment zal namelijk nog een andere component door de balk van het aangrijpingspunt van de belasting tot het oplegpunt moeten reizen door de hoogte van de balk en dat is de dwarskracht. Deze kracht doet, dichtbij het oplegpunt de balk als het ware afschuiven. Als de balk zou bezwijken op dwarskracht dan zou het middendeel er gewoon tussen uit vallen! Ook veroorzaakt de dwarskracht een kenmerkende vervorming. Denken we de balk als het ware samengesteld uit allemaal rechthoekige blokjes naast elkaar dan zal ieder blokje ten gevolge van de dwarskracht tot een scheef blokje vervormen. Voor buiging zien we dus een vervormingslijn als een gebogen lijn; bij vervorming ten gevolge van dwarskracht is dit een rechte lijn!
 +
 
 +
==Langskracht==
 +
[[Image:afschuiving_4.jpg|right|250px]]
 +
Het tweede type van afschuiving is de langskracht. Deze kracht werkt in een vlak evenwijdig aan de balk boven- of onderkant. Klinkt een beetje mysterieus maar het beste kun je hier een beeld van maken door twee balken los op elkaar te leggen. Ga je deze twee balken in het midden belasten met een groot gewicht dan zul je zien dat de twee balken over elkaar heen gaan schuiven. Hier manifesteert de langskracht zich als een zichtbare verplaatsing. Als de twee balken goed aan elkaar vast zouden kleven, bijvoorbeeld met een sterke lijm dan is er geen verschuiving te zien maar wordt de langskracht met schuifspanningen in het materiaal opgenomen. De grootte van de langskracht is afhankelijk van de dwarskracht, dat betekent dat in het midden van een overspanning de langskracht nul is en bij de opleggingen de maximaal mogelijke waardes bereikt. Een andere manier om die samenwerking te bereiken is met deuvels; houten blokjes die de langskracht over de voeg tussen de twee balken heen transporteren.
 +
 
 +
{| border=1
 +
|Tabel voorbeeld
 +
||Variabel 1
 +
||Variabel 2
 +
 
 +
|-
 +
|Waarde
 +
||Waarde
 +
||Waarde
 +
 
 +
|-
 +
|Waarde
 +
||Waarde
 +
||Waarde
 +
 
 +
|-
 +
|}

Latest revision as of 13:51, 28 July 2010

Afschuiving

Van de kracht afschuiving zijn er twee hoofdtypes die eigenlijk familie zijn maar zich in twee onderlinge loodrechte valken in de balk manifesteren. Het eerste vlak is loodrecht op de balkas en de bijbehorende afschuifkracht noemen we de dwarskracht. Het tweede vlak is evenwijdig aan de balkas en de hierbij horende afschuifkracht noemen we langskracht.

Afschuiving 1.jpg
Afschuiving 2.jpg

Dwarskracht

Afschuiving 3.jpg

Het eerste type afschuiving is de afschuiving ten gevolge van de dwarskracht. Naast een buigend moment zal namelijk nog een andere component door de balk van het aangrijpingspunt van de belasting tot het oplegpunt moeten reizen door de hoogte van de balk en dat is de dwarskracht. Deze kracht doet, dichtbij het oplegpunt de balk als het ware afschuiven. Als de balk zou bezwijken op dwarskracht dan zou het middendeel er gewoon tussen uit vallen! Ook veroorzaakt de dwarskracht een kenmerkende vervorming. Denken we de balk als het ware samengesteld uit allemaal rechthoekige blokjes naast elkaar dan zal ieder blokje ten gevolge van de dwarskracht tot een scheef blokje vervormen. Voor buiging zien we dus een vervormingslijn als een gebogen lijn; bij vervorming ten gevolge van dwarskracht is dit een rechte lijn!

Langskracht

Afschuiving 4.jpg

Het tweede type van afschuiving is de langskracht. Deze kracht werkt in een vlak evenwijdig aan de balk boven- of onderkant. Klinkt een beetje mysterieus maar het beste kun je hier een beeld van maken door twee balken los op elkaar te leggen. Ga je deze twee balken in het midden belasten met een groot gewicht dan zul je zien dat de twee balken over elkaar heen gaan schuiven. Hier manifesteert de langskracht zich als een zichtbare verplaatsing. Als de twee balken goed aan elkaar vast zouden kleven, bijvoorbeeld met een sterke lijm dan is er geen verschuiving te zien maar wordt de langskracht met schuifspanningen in het materiaal opgenomen. De grootte van de langskracht is afhankelijk van de dwarskracht, dat betekent dat in het midden van een overspanning de langskracht nul is en bij de opleggingen de maximaal mogelijke waardes bereikt. Een andere manier om die samenwerking te bereiken is met deuvels; houten blokjes die de langskracht over de voeg tussen de twee balken heen transporteren.

Tabel voorbeeld Variabel 1 Variabel 2
Waarde Waarde Waarde
Waarde Waarde Waarde

There are no pages that link to this file.